Beertje's conversations - April 2021

•  B: Wie is de wetenschapper die mensen heeft uitgevonden?
  G: huh de mensen uitgevonden?
  B: Nee het woord mensen? Welke wetenschapper heeft dat uitgevonden?
• B: Kijk een vlag met alle kleurtjes
  G: Ja een regenboogvlag
  B: Ik had die al gezien! Al twee keer toen we met papa naar school gingen
  G: Ja mensen hangen een zo’n regenboogvlag op om te vieren dat alle mensen elkaar graag mogen zien, mama’s en papa’s en mama’s en mama’s en papa’s en papa’s
  B: En kindjes en mama’s want wij zijn een beetje verliefd eh op elkaar!
• Kijk als je op je nagels drukt dan wordt je nagel wit en daarna niet meer!!
• G: eet door, zo meteen moet je naar school
  B: Ik ga dit nooit op een dag opkrijgen 
• He hij lijkt op een stokstaartje (cfr over de kat die op twee pootjes ergens gaat aan snuffelen)
• Kijk eens mama hoeveel boeren ik gelaten heb. Ik heb zoveel boeren gelaten dat mijn wangen zo waren (blaast ze heel bol op)
• En toen hebben jullie een huis gekocht en het hier gezet
• Weet jij wie nu in je huis woont? Het is gewoon maar een vraag
• Het is wel gevaarlijk om over een treinspoor te gaan als je nog een klein kindje bent
• Ik ben een slechterik, maar ik ben wel een trophee ok? (Afspraken tijdens een spel met zijn broer)
• Eh het is een beetje roze. Maar alle eitjes zijn eigenlijk wit , hier is de schillen een beetje gekleurend.   (pelt een roze geverfd hardgekookt ei en er is beetje roze zichtbaar op eiwit)
• J: Beertje waar ben je
  B: (vaag stemmetje) in de kelder
  J: Waarom ben jij in de kelder
  B: Orangina aan het pakken!
  (Soms zijn kleuters al wat te zelfredzaam)
• Geniet maar van je Yoga doen!! 
• (Verschijnt uit de kelder met een fles orangina)
  Zet Orangina maar op de lijst, dit is de laatste fles
• Waar staat de kerstman? Huh er is geen kerstman. Op zo’n flesjes heb ik al een kerstman gezien (op flessen cola)
• Maar mama wanneer gaan wij eens naar de Gouden K’s? Maar ik bedoel na Corona
• (Gilt door het huis) KABOUTER KABOUTER MAMA BLOEDT. EECHT  WAAR MAMA BLOEDT KABOUTER (ik had klein korstje afgekrabt)
• (bij bedtijd kijken we zoals gebruikelijk uit het raam. Dankzij het zomeruur is het opeens klaar en we zien een stukje van het park)
  Kijk al die mensen zijn nog buiten! Waarom doen wij dat niet? 
• Wie heeft die soep gekocht of gemaakt? Heb jij die gemaakt? Ik vind dat jij een soepchef bent, beter dan papa
• Als we naar de winkel gaan, mag ik dan nog een monstertruck?  Want ik verveel me nu maar als ik er nog een krijg, dan ga ik me niet meer vervelen.
• Ik ben een onzichtbaar hertje, maar het is net wel naar het bos gegaan.
  Maar daar zijn soldaten, dierensoldaten (cfr jagers), daarom is hij onzichtbaar geworden.  Maar er zijn ook soldaten en die zeggen dat … en die zijn zo met vlammen achteraan gereden eh, wist je dat?   
  En de paashaas was er ook , die was al paaseitjes aan het verstoppen in het bos! Echt waar.
  (enz enz, minutenlang luidop fantaseren)
• Gaat Corona winnen of gaan de dokters winnen?
• Ik wil niet maar als het persé moeeeet
• In mijn taal is 'oei', 'joehoeeew'
• Het is best wel leuk als het Pasen is. Om paaseitjes te zoeken, dat is toch leuk?
• Rodin mag ook wel buiten plassen in het bos want hij is een jongen met zijn piemel. 
• Bambi is een meisje want ze heeft een spleetje
• Ik denk dat de Coronabeestjes gaan stijgen
• Van papa mochten wij nog eventjes lang opblijven
• (komt uit bad)
  Wil je aan mij ruiken? 
• B: welke kleur bestond als eerste? Ik denk wit
  K: ik denk groen?
• Nog zo een rotte auto. (naar een willekeurige auto die op straat voorbijrijdt)
• B: Onderbroekjes moeten ook af en toe gewassen worden eh
  G: Ja we doen elke dag een nieuw onderbroekje aan eh
  B: Ja gelukkig heb ik super veel onderbroekjes eh want als ik er maar 1 had dan was dat niet gelukkig
  G: Nee dan moest je elke dag in je blote poep wachten tot ik het gewassen en gedroogd had
  B: ja in mijn blote billen!!
• Oma heeft best wel coole vorken
• Om mama te zeggen moet je maar 1 woordje zeggen maar je moet het wel twee keer na elkaar. Ma ... ma
• (Speelt een powerranger)
  B: Ik heb deze schoenen in de schoenenwinkel gekocht en die plakken op de muren en zo kan ik omhoog klimmen
  G: Wat ? Kan je superhelden schoenen gewoon in de schoenwinkel kopen? Ik wil er ook wel zo’n schoenen gaan kopen.
  B: Ik heb de laatste gekocht, sorry.
   …(na een tijdje)
  B: Maar schoenenwinkels mogen die niet aan mensen verkopen, enkel aan superhelden. 
• Mamaaaa, ben ik gegroeid? Ben ik echt gegroeid? Sinds ik naar beneden kwam van de trap?
• Maar ik vind dat niet leuk dat de nachten altijd zo lang duren. En de dagen zijn zo kort, ik vind dat niet leuk. Jullie hadden gezegd dat na Kerstmis de dagen langer zouden worden!! (Zeuren bij bedtijd)