Beertje's conversations - October 2019

• Ik kom bij jullie logeren want ik heb mijn valies mee. Ik heb heel veel mee


• Mag ik nog? Ik moet opnieuw beginnen want mijn bord is helemaal leeg


• Papa hier zit niets in (beschuldigend met lege boekentas)


• B: "Wat staat op mijn t-shirt?"
  G: "Strepen"
  B: "Niets?"
  G: "Jawel strepen"
  B: "Dat is saai"


• Wat zijn dat? Pillekes? Pillekes voor pipi. Hahahaaaa


• Ik heb pipi en kaka gezien


• J: "Wat wil je eten?"
  B: "Pipi kaka"


• “molteuhhhh”  (wat gebeurt er met boter die warm wordt?)


• Mispoes appelmoes


• Lief klein konijntje had een vliegske op zijn neus


• Juf Stefanie is een meisje want ik heb gekeken en ze gaat naar meisjeswc


• (In the morning, his brother is ready in the bathroom and descends)
  B: "Ik wil ook snel naar beneden"
  G: "Ik zal je snel aankleden dan kan je ook naar beneden. Kom kies maar een broekje"
  B: "Neeeee zo snel wil ik niet. Ik wou dat de badkamer beneden was, niet boven."


• Maar echt, ik wil iets zeggen. Met een ipad op tafel ga ik dooreten


• Dit is het boekjesbed (tonight's reading time should be on his bed and not his brother's bed)


• Papa is terug naar hotelletje eh?


• Mag ik die groene Fanta?  (Tonissteiner bottle is green)


• Als ik in mijn handen klap dan moet je dooreten.  (claps)


• G: "Ga maar lekker slapen onder je dekentje..."
  B: "Oh wat een zacht dekentje. Maar niet boven ogen eh anders kan ik niet goed zien."


• Er is een plobleem met kabouter zijn kousen aan die kant (Kabouter detected a hole in his sock)


• Juf Ellen is ziek en ze moet een beetje in haar bedje slapen


• Nu drink ik het zo maar als er nog bollekes in zitten dan doe ik dat nie. Maar nu zitten er geen meer in. 


• G: "Kijk de zon is wakker aan het worden. "
  B: "Dus het is bijna niet meer herfst."


• Er staat pipi kaka pipi kaka (hands us a note from school from his backpack)


• Als wij sliepen dan sliepen jullie ook eh want het was nacht


• B: "Mammie mammie"
  J: jaaa
  B: maar ik wil mammie. Mammie mammie
  J: ja maar ik kan ook luisteren"
  B: ik praat tegen mammie"
  G: jaa
  B: Mijn smoothie smaakt naar melk en aardbei


• Mijn pijntje is weer beter, ik mag weer voetballen. Nu mag ik wel voetballen want het pijntje is weer beter


• G: "Mama gaat eerst de valies maken, dan gaan we naar oma. "
  B: "Gaan we logeren?"


• Hier was un de buurt ook een galage. Echt  (we walk by a parking garage)


• Ik wil ook eens naar het pauwencircus  (hears Kapitein Winokio's song De Pauw"


• Is jouw oma al gestorven? Is onze oma nu ook jouw oma?


• Ik denk dat opa nu niet meer gestorven is. Op zaterdag denk ik dat opa niet meer gestorven is


• B: "Bij ins thuis was een slakkehuisje helemaal kapot en ook de buik. De hele slak was kapot"
  Oma: "Oei en moest de slak wenen? Heb je dat gehoord?"
  B: "Neen dat kan niet want ze was gelemaal kapot. Dan kan die niets meer doen. "


• Maar waarom staan daar die slakkenhuisjes van wafelkoekjes?


• Ik denk dat het watermeloensoep is


• Oma, wanneer is opa nog eens niet meer gestorven? Ik wou dat hij eens naar hier weer komt


• Tot de volgende keer. Maar we zijn er niet de volgende keer


• Kijk daar staat een tekening van parking (P)


• Ik wil op het dak. Op het dak van de winkel pakeren


• Onder mijn poep is de lava


• Als ik klap dan moeten jullie stoppen met praten.  (I have a suspicion his teacher in class claps often with her instructions)


• Er is een druppeltje op mijn poep!  (walking in the rain and getting soaked)


• Soep!! Da’s onbeleefd als je dat zegt, soep


• En ik ga nooit meer met jouw trouwen. Ik ben nooit meer verliefd op mama omdat jij boos was op mij... Ik wil nooit meer verliefd op jou zijn.
  (later that evening) Ik ben nu weer verliefd op jou


• De vloer is lava


• Dat is zoveel euro. (pretends to self-scan a sofa in the supermarket).  Maar dat gaan we niet meenemen, dat kan niet in onze koffer


• J: "Wat moet er op je boterham?"
  B: "Koekjespasta, dat weet je toch al heel lang?"


• B: "Ik ga NOOIT meer eten!"  (refuses to come at the lunch table. We bluff and say that is fine)
  ...
  B: (after 5 minutes) "Ik wil een beetje van deze worst eten."
  G: "Ah nee, dat is niet nodig, jij ging toch nooit meer eten?"
  B: "Maar nu wel."
  (we won!!)


• K: "Wanneer ga je niet meer op mij verliefd zijn?"
  B: "Als we op vakantie zijn, dan ga ik niet meer op jou verliefd zijn."
  (he's got his complicated love life all planned) 


• Ik ga jouw doodschieten


• B: "Hocus pocus pats, ik wou dat mama weg is. Jij bent weg."
  G: "Nee hoor ik ben er nog."
  K:  "Zie je mama nog."
  B: "Nee ik zie ze niet? Waar is mama?"